Het havo op het Helinium in Hellevoetsluis kreeg begin 2020 van de inspectie het predicaat ‘zeer zwak’. Reden voor de school om de schouders eronder te zetten. Met succes. Een jaar later oordeelt de inspectie: ‘voldoende’. Hoe ze dat zo snel voor elkaar kregen? Onder andere door de Cito-toetsen gedegen in te zetten en leerlingen vaardigheden te laten oefenen met Numo. Zorgcoördinator Sheila Tingen en Teamcoach en docent Nederlands Djelina Breen vertellen meer over hun aanpak in een interview.
Toen de havo van Helinium het predicaat ‘zeer zwak’ kreeg, zag de school dit als een kans om een flinke verbeterslag te maken. Sheila Tingen: “We hebben het serieus aangepakt met een ambitieus ontwikkelplan. onszelf 83 verbeterpunten gesteld. Op onze school plaatsen we in principe leerlingen op het hoogste adviesniveau van de basisschool. Maar dan moeten we er wel voor zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen met de juiste begeleiding de school verlaten met dat diploma op zak!”
Op het Helinium wordt gewerkt met het leerlingvolgsysteem (LVS) van het Cito. “Docenten zagen de Cito-toetsen als verplichte meetmomenten en met de resultaten werd eigenlijk te weinig gedaan,” vertelt Tingen. “Tegen leerlingen werd gezegd dat ze niet zenuwachtig hoefden te zijn voor de toetsen, omdat hun overgang er niet van af zou hangen. Daardoor deden sommige leerlingen minder hun best en waren de resultaten minder betrouwbaar.”
Helderheid over waarom we toetsen
Het bleek een misvatting dat het verplicht is om met een LVS te toetsen. “Maar als we kiezen om te toetsen met de Cito LVS-toetsen, liet de inspectie ons weten, moeten we helder hebben waarom we dat doen en wat we vervolgens met de resultaten doen.” De school besloot te blijven toetsen met de Cito LVS-toetsen, maar dan wel op een serieuze manier met een nieuw opgesteld afnameprotocol. Teamcoaches en teamcoördinatoren werden door Cito geschoold in het interpreteren van de toetsresultaten. Daarnaast doet het Helinium mee aan een pilot van Numo, een digitaal leermiddel waarmee leerlingen op maat kunnen oefenen met basisvaardigheden rekenen en taal. Die pilot houdt in dat de Cito-resultaten worden ingelezen in Numo, waardoor leerlingen automatisch oefenen met de vaardigheden die ze nog onvoldoende beheersen volgens de uitslag van de Cito-toets. Djelina Breen heeft als docent Nederlands, teamcoach en mentor van een eerste klas havo op verschillende manieren te maken met het verbetertraject op het Helinium. Als teamcoach is ze de spil tussen mentoren en het interne ondersteuningsteam van de school.
Verbetering kwaliteit toetsafnames.
“De toetsen werden digitaal afgenomen in computerlokalen en er was geen aandacht voor het belang van de toets,” zo licht Breen de situatie van ruim een jaar geleden toe. “Leerlingen zaten naast elkaar en konden makkelijk bij elkaar afkijken. Ook werd er verschillend omgegaan met de resultaten.” Inmiddels zijn ze dat anders gaan doen. Eén MT-lid coördineert de afname van de toetsen en instrueert de teamcoaches en coördinatoren, zodat de toetsen overal op dezelfde manier en op het zelfde moment worden afgenomen en net zo goed worden gefaciliteerd als bij een examen.
Ook leerlingen worden goed voorbereid op de toets. Dat gebeurt tijdens de mentorles op basis van een mentorboekje van Cito. Ze maken een inschatting van hoe ze de toets denken te gaan maken en reflecteren daar achteraf op.
Met deze stappen is de afname van de toetsen enorm verbeterd. Breen: “We zijn inmiddels bezig met de volgende stap, het verbeteren van de resultaten. Leerlingen met een achterstand werken nu zelfstandig thuis met Numo. Mentoren voegen het oefenen in Numo toe aan het huiswerk van deze leerlingen. We hebben online uitleg gehad over het programma en ervaren het als erg gebruiksvriendelijk. Leerlingen vinden het leuk dat ze in Numo kunnen zien hoe ze groeien, dat ze op hun eigen niveau kunnen werken en dat ze Numo’s verdienen waarmee ze virtuele dingen kunnen kopen.”
Verder is besloten de Cito-uitslagen op te nemen in de groepsoverzichten. “Zo kunnen docenten precies zien welke hulp leerlingen nodig hebben, welke leerlingen in aanmerking komen voor verlengde instructie en bij welke leerlingen huiswerkcontrole nodig is,” legt Breen uit. “Aan het eind van dit schooljaar zullen we de pilot evalueren en besluiten of we NUMO schoolbreed gaan gebruiken in de onderbouw als ondersteuningsprogramma. Niet alleen om achterstanden weg te werken maar ook om leerlingen zichzelf uit te dagen om nog beter te worden in de kernvakken.”
Comments are closed.