In het Referentiekader taal is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan, wat zorgt voor een doorlopende leerlijn voor het leren van de Nederlandse taal. Het gaat daarbij om de volgende vaardigheden of domeinen:
Voor leerlingen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo gelden voor taal de volgende eindniveaus:
Nederlands 1F en 2F voor primair onderwijs
Nederlands 2F voor vmbo en mbo 1, 2 en 3
Nederlands 3F voor havo en mbo 4
Nederlands 4F voor vwo
Het online leermiddel Numo is ingericht volgens de referentieniveaus van het referentiekader. Leerlingen oefenen op hun eigen niveau aan vaardigheden en werken adaptief naar het eindniveau dat bij hun opleiding past. Numo bevat voor Nederlands materiaal van ‘op weg naar 1F’ tot en met 4F. Zo kunnen leerlingen en studenten teruggrijpen op oefenstof van de basisschool. Bijvoorbeeld bij leervertragingen, leerachterstanden of hiaten. En leerlingen die de lesstof passend bij hun niveau al beheersen, kunnen verder oefenen op een uitdagender niveau. Op maat of adaptief oefenen dus!
In Numo kunnen leerlingen en studenten taal oefenen van op weg naar Nederlands 1F t/m 4F met:
Comments are closed.